Print deze pagina

vrijdag, 13 april 2018

De Europese Verordeningen inzake relatievermogensstelsels: de "I dos en don'ts"

In juni 2016 werden de Europese Verordeningen 2016/1104 inzake de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen en 2016/1103 inzake huwelijksvermogensstelsels aangenomen. Ze harmoniseren de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen en authentieke akten van gehuwde echtparen en koppels, die hun partnerschap conform de wettelijke vereisten registreerden. Aangezien ongeveer 12,5 % van de huwelijken in de EU een internationaal karakter kent, zijn voornoemde verordeningen wenselijk. Bij gebreke aan een overkoepelend kader, was een harmonisatie echter ook noodzakelijk. De Commissie motiveert als volgt. Een Grieks-Hongaars koppel huwt in Griekenland en blijft er gedurende drie jaar woonachtig, waarna het verhuist naar Hongarije. Twee jaar later is de liefde over. Het Griekse internationaal privaatrecht knoopt aan bij de eerste gewone verblijfplaats. De laatste gemeenschappelijke verblijfplaats vormt echter het relevante criterium onder Hongaars recht. De verordeningen trachten een rechtszeker kader aan te reiken in dergelijke conflictsituaties. Ze treden in werking op 29 januari 2019.

Lees hier het volledige artikel dat verscheen in de Nieuwsbrief Notariaat, n° 2018/4, pp. 5-9