Print deze pagina

dinsdag, 09 oktober 2018

De kaaimantaks 2.0: Een kritische commentaar bij de aanpassing van de kaaimantaks door de wet van 25 december 2017

De kaaimantaks is door de wet van 25 december 2017 verveld tot kaaimantaks 2.0, intrinsiek hetzelfde gebleven doch qua effectiviteit en toepassing voorwerp van een gedaanteverwisseling. Diegenen die dachten dat het ondertussen wel duidelijk geworden was hoe met de kaaimantaks om te gaan, kunnen opnieuw in de studieboeken duiken. De ondertussen afgegeven rulings zijn amper nog bruikbaar en een aantal fundamentele toepassingsprincipes dient volledig te worden herdacht. Zogenaamde "loopholes" werden gesloten of daar werd alleszins een ernstige poging toe ondernomen. De praktijk zal uitwijzen in welke mate deze hervormde kaaimantaks 2.0 zijn beoogde doel zal realiseren, namelijk het ontmoedigen van het opzetten van gestructureerde vermogens en voor zover deze nog voorkomen de daardoor gegenereerde inkomsten transparant te belasten, dan wel de opgehoopte reserves bij uitkering als dividend te taxeren. Het aantal interpretatieve onduidelijkheden is met de kaaimantaks 2.0 alleszins niet verminderd, sommige discussiepunten werden beslecht, anderen zijn dan weer in de plaats gekomen. Deze wetgeving blijft voer voor de creatieve praktizijn die zijn cliënt wil bijstaan in het fiscaal beheersen en beheren van de meer exotische, toch alleszins legaal gestructureerde vermogens en transacties. Het is afwachten hoe de Rulingcommissie met deze vernieuwde kaaimantaks 2.0 zal omgaan.

 

Lees hier de uitgebreide doctrine door Gerd D. Goyvaerts (gerdd.goyvaerts@tiberghien.com). Een stuk dat verscheen in Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 545 (september 2018), pp. 642-697