Print deze pagina

woensdag, 12 januari 2022

Nieuwjaarsbrief btw: Ziet u door de bomen het bos nog?

Een poging tot overzicht van de recente wijzigingen op vlak van btw

Nu 2021 voorbij is, wensen we de aandacht te vestigen op een hele reeks btw-wijzigingen die dit jaar zeker hun impact zullen hebben. In onze btw-zomerbrief hebben we reeds gewezen op de grote activiteit van de wetgever. In de tussentijd zijn er op een aantal punten nog belangrijke wijzigingen doorgevoerd én heeft de btw-administratie reeds meer toelichting gegeven voor de praktijk. We sommen de belangrijkste elementen hierna op.

1. Btw-vrijstelling medische diensten

Zoals reeds aangekondigd, traden op 1 januari 2022 de nieuwe bepalingen inzake btw en medische diensten in werking. De gewijzigde bepalingen omvatten kort samengevat: (i) een uitbreiding van het personeel toepassingsgebied zodat de btw-vrijstelling niet langer beperkt is tot gereglementeerde beoefenaars van (para)medische beroepen en (ii) een beperking van het materieel toepassingsgebied tot prestaties met een therapeutisch doel.

De btw-administratie heeft nu in een uitgebreide circulaire toelichting gegeven over de toepassing van deze nieuwe regels, meer in het bijzonder over de invulling van de btw-vrijstelling tav niet-gereglementeerde beroepsbeoefenaars en de invulling van de vereiste van het therapeutisch doel.

M.b.t. het materieel toepassingsgebied wordt bepaald dat de opname van een behandeling in de Riziv-nomenclatuur of de uitvoering van een behandeling op medisch voorschrift als een (weerlegbaar) vermoeden van therapeutisch doel wordt gezien. Dit vermoeden zal o.i. in de praktijk al veel discussies kunnen oplossen en zal op dit punt niet tot grote wijzigingen mogen leiden.

Aan de andere kant is het te betreuren dat in de circulaire in hoofdorde enkel uitspraak wordt gedaan over de btw-vrijstelling voor medische diensten en geen link wordt gemaakt met andere mogelijke vrijstellingen/bestaande toegevingen. Bv.: waar de diensten van controlegeneeskunde expliciet worden uitgesloten van de toepassing van de btw-vrijstelling voor medische diensten, stelt zich de vraag of dergelijke activiteiten niet kunnen kwalificeren als diensten die nauw samenhangen met de sociale zekerheid (artikel 44, § 2, 2° W.Btw). Idem voor het uitbaten van een drank- of eetgelegenheid in een ziekenhuis: in de circulaire wordt dit expliciet uitgesloten van de btw-vrijstelling terwijl er wel nog een tolerantie geldt voor dergelijke uitbating op basis van een afzonderlijke administratieve beslissing (niet beperkt tot ziekenhuizen: zie Beslissing nr. E.T.130.298 dd. 12 september 2016).

Op vlak van compliance bevestigt de circulaire de toegevingen die reeds via de website van de FOD Financiën werden gecommuniceerd: toegeving mbt eindejaarsverrichtingen, toegeving mbt tijdstip btw-registratie voor btw en indiening btw-aangiftes. Belangrijk is ook te melden dat in een toegeving wordt voorzien waarbij een negatieve btw-herziening op jaarbasis kan worden berekend en niet in één keer. Aan de andere kant bepaalt de circulaire dat bij een positieve btw-herziening een inventarisverplichting geldt en dat het eventuele positieve saldo niet wordt terugbetaald, maar dient gecompenseerd te worden. Dit is an sich een maatregel om de financiële impact ten nadele van de overheid te beperken, zoals bv. ook bij de btw-belaste verhuur van onroerend goed. Tot slot wordt voorzien in een toegeving inzake opeisbaarheid van de btw wanneer de inning van de erelonen gebeurt door een gemachtigde derde (tijdstip uitreiking definitieve factuur).

2. Btw-belaste verhuur gemeubeld logies

In een eerdere nieuwsbrief hebben we reeds uitgebreid toelichting gegeven over deze belangrijke wijziging. Waar het aanvankelijk de bedoeling was om de verhuur van studentenkoten in alle gevallen vrij te stellen van btw, heeft de wetgever er nu voor geopteerd om de uitzondering voor toepassing van de btw op de verhuur van gemeubeld logies te beperken tot de verhuur voor een periode van niet meer dan 3 maanden. Bovendien is de verhuur van gemeubeld logies, anders dan in een hotel of motel, enkel aan btw onderworpen indien dit gepaard gaat met een wettelijk omschreven minimumdienst. Met name de toepassing van de btw op de exploitatie van aparthotels, wat doorgaans gekenmerkt worden door een verhuur langer dan 3 maanden, gaat hiermee op de schop. Deze wetswijziging treedt in werking op 1 juli 2022.

Tegelijkertijd wenst de regering de concurrentieverstoring aan te pakken van de particuliere verhuur van gemeubeld logies door in hoofdzaak natuurlijk personen, die hiervoor al dan niet gebruik maken van een elektronisch platform (zoals Air BnB). Deze activiteiten worden vanaf 1 januari uitgesloten van de btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen, waardoor de verhuur van gemeubeld logies met bijkomende dienst(en) principieel btw-belast zal worden, ongeacht de gerealiseerd omzet. Alternatief bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van de regeling voor de deeleconomie, i.e. voor natuurlijke personen met een jaaromzet niet hoger dan 6.390,00 EUR. Evenwel, om de regeling deeleconomie te kunnen toepassen moeten de diensten worden aangeboden via een “erkend” platform. Gezien er, blijkbaar, op dit ogenblik nog geen enkel platform voor de verhuur van gemeubeld logies erkend is in die zin in België wordt de voorwaarde van erkend platform gedurende de eerste zes maanden van 2022 nog niet gesteld. Voor aanbieders van gemeubeld logies via een platform is het dus goed op te volgen of deze platformen zich alsnog zullen laten erkennen gedurende de eerste jaarhelft van 2022 om eventueel nog onder de regeling deeleconomie vrijgesteld te kunnen blijven van btw.

3. Gemengde btw-plicht en btw-teruggaaf niet-EU ondernemingen

Zoals eveneens reeds aangekondigd zullen gemengde btw-plichtigen die voor de uitoefening van hun btw-aftrek opteren voor de regel van het werkelijk gebruik deze keuze in de toekomst in principe elektronisch moeten doen (via MyMinfin). Een schriftelijk verzoek met daaraan gekoppeld een goedkeuring door de btw-controle zal niet meer vereist zijn.

In de Memorie van Toelichting wordt benadrukt dat deze elektronisch kennisgeving vooraf dient te gebeuren, i.e. voor de eerste aangifte waarin toepassing wordt gemaakt van de regel van het werkelijk gebruik. Onder de huidige situatie kan het verzoek, volgens rechtspraak, nog achteraf worden ingediend. Het valt af te wachten of de nieuwe regels effectief een verstrenging zullen betekenen.

Het is nog wachten op het KB dat de modaliteiten ter zake zal verduidelijken. Gelet op de vereiste IT-aanpassingen zullen deze nieuwe regels pas in werking treden vanaf 1 januari 2023. Belastingplichtigen die de regel van het werkelijk gebruik reeds toepassen voor deze datum zullen ook verplicht worden om de elektronisch kennisgeving te doen vóór 30 juni 2023.

Tevens wordt voorzien in een aanpassing van de regels voor de verzoeken tot teruggaaf door niet-EU ondernemingen (conform de procedure van de Dertiende Richtlijn). Er wordt voorzien in een wettelijke basis voor de indiening van het verzoek tot teruggaaf op elektronische wijze. Belangrijker is evenwel dat recente Cassatierechtspraak wordt gecounterd op basis waarvan niet-EU ondernemingen, onder de huidige regels, hun verzoek tot teruggaaf nog kunnen indien uiterlijk op 31 december van het derde jaar volgende op het jaar waarin de oorzaak tot teruggaaf is ontstaan. Dezelfde vervaltermijn voor de indiening van een teruggaafverzoek door EU-ondernemingen zal nu uitdrukkelijk worden voorzien, met name 30 september van het volgende jaar.

Mbt de aanpassingen van de regels voor btw-teruggaaf wordt geen bijzondere datum van inwerkingtreding voorzien. Deze regels gelden dus vanaf de tiende dag na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Dit zal o.i. betekenen dat de nieuwe regels van toepassing zullen zijn voor teruggaafverzoeken in 2022.

Tot slot worden in dit kader de wettelijke bepalingen inzake regels voor inhouding van btw-tegoeden en de bevoegdheidsdelegatie meer gepreciseerd, met onder meer een duidelijker link met de beslagregels in het Gerechtelijk Wetboek.

4. Verlaagde tarieven

Voor haarprothesen geldt vanaf 1 januari 2022 het verlaagd tarief van 6% op voorwaarde dat deze voorgeschreven zijn door een behandelend arts, ter verlichting van een chronische of langdurende ziekte of beperking.

M.b.t. de toepassing van het verlaagd tarief van 6% voor renovatie van privéwoningen, werken m.b.t. privéwoningen voor gehandicapten en werken m.b.t. woningcomplexen voor gehandicapten wordt de verplichting tot de uitreiking van een attest aan de afnemer vervangen door een verplichte (soortgelijke) factuurvermelding waarin de elementen voor toepassing van het verlaagd tarief worden aangegeven. Er geldt nog een overgangsregeling tot en met 30 juni 2022.

Tevens werd beslist de toepassing van het 6%-tarief voor de levering van mondmaskers en hydroalcoholische gels te verlengen tot 31 maart 2022.

Tot slot verwijzen we naar de evoluties op Europees niveau m.b.t. de toepassing van verlaagde tarieven. Op basis van een recent door Ecofin aangenomen voorstel wordt aan de Lidstaten nog meer flexibiliteit gegeven voor de toepassing van verlaagde tarieven. Zoals aangegeven in de pers zou dit Europees voorstel het mogelijk moeten maken om de btw-verlaging voor afbraak en heropbouw projecten te verlengen en zelfs permanent te maken.

5. En wat nog

Zoals reeds gemeld wordt de btw-vrijstelling voor kostendelende verenigingen vanaf 1 januari 2022 beperkt tot leden van de vereniging die handelingen stellen die vrijgesteld zijn op basis van artikel 44, § 1 en 2 W.Btw, de zogenaamde vrijstellingen van algemeen belang. De vrijstelling voor kostendelende verenigingen geldt bijgevolg niet langer t.a.v. leden die handelingen stellen die vrijgesteld zijn op basis van artikel 44, § 3 W.Btw. Dit laatste betreft met name vrijgestelde handelingen inzake vastgoed (verkopen, verhuur) en financiële dienstverrichtingen (financiële instelling, verzekeraars,…).

Vanaf 1 januari 2022 wordt de forfaitaire regeling voor de heffing van de btw afgeschaft voor belastingplichtigen die hun activiteiten aanvangen vanaf deze datum. T.a.v. belastingplichtigen die reeds toepassing maken van de forfaitaire regeling zal dit definitief komen te vervallen op 1 januari 2028. De forfaitaire regeling voor landbouwers blijft daarentegen wel bestaan maar wordt aangepast, onder meer ter zake een toegeving voor bijkomstige activiteiten voor door de Koning omschreven bijkomstige activiteiten en voor zover de omzet uit deze activiteiten niet hoger is dan 30% van de totale omzet.

Een specifieke wetswijziging werd doorgevoerd ter uitbreiding van de btw-vrijstelling voor de invoer en levering van goederen en diensten voor strijdkrachten die optreden in het kader van gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de Unie. Daarbij worden ook technische aanpassingen gedaan mbt de overbrenging van goederen vanuit andere EU Lidstaten voor strijdkrachten. Tot slot wordt een vrijstelling voorzien voor de invoer en levering van goederen en diensten aan de Europese Commissie of een erkend agentschap of orgaan in het kader van de bestrijding van de COVID-19 pandemie.

En net voor het einde van het jaar heeft de btw-administratie ook een gedetailleerde circulaire gepubliceerd inzake btw en laadstations voor elektrische wagens. Deze circulaire verduidelijkt o.a. de kwalificatie als werk in onroerende staat m.b.t. de plaatsbepaling voor btw en de eventuele toepassing van de verlegging van heffing; de mogelijke toepassing van het verlaagd tarief van 6% voor de plaatsing van een laadstation in een privéwoning; de uitoefening van de btw-aftrek, meer in bijzonder bij een installatie bij een werknemer (btw-aftrek a rato van het professioneel gebruik).

De circulaire verduidelijkt ook in detail, zich baserend op richtlijnen van het Europees btw-comité, de btw-behandeling van de levering van elektriciteit door charge point operators (CPO) via e-mobility serviceproviders (eMP). De btw-administratie bevestigt dat er zowel in de relatie CPO en eMP als in de relatie eMP en verbruiker sprake is van een levering van elektriciteit. Bijzondere verduidelijkingen worden gegeven over de btw-behandeling van de tussenkomst van eMP bij de levering van elektriciteit aan een werknemer.

6. Tot slot voor de liefhebbers

Diverse wetswijzigingen voorzien tot slot in een aantal technische aanpassingen die we hierna opsommen:

  • Vrijstelling voor politieke, syndicale en dgl. instellingen: inschrijving van de voorwaarde dat de toepassing van de vrijstelling niet mag leiden tot concurrentieverstoring. Deze wetswijziging zou in de praktijk geen concrete gevolgen mogen hebben maar betreft een louter in overeenstemming brengen van de tekst van de wet met de Europese bepalingen.
  • Intracommunautaire verwervingen van accijnsgoederen door leden van de groep van 4 (vrijgestelden, kleine ondernemingen, landbouwondernemingen, niet-btw-plichtige rechtspersonen): geen verplichting tot mededeling van een btw-nummer. Dit betreft een aanpassing in het licht van de huidige administratieve praktijk.
  • Wetstechnische aanpassingen mbt de regeling voor de One Stop Shop.
  • Toevoegingen van stichtingen van openbaar nut als begunstigden voor de toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6% m.b.t. privéwoningen voor personen met een handicap.
  • Technische aanpassingen mbt de plaatsbepalingsregels voor extra-communautaire verkopen op afstand. De reeds bestaande wettelijke bepalingen zijn onvolledig t.a.v. extra-communautaire verkopen op afstand waarbij de invoer van de goederen geschiedt in België en de eindbestemming van de goederen in een andere EU Lidstaat ligt. Dit zou kunnen leiden tot een dubbele belasting (btw-heffing in België én in de Lidstaat van bestemming). Dit wordt nu retroactief aangepast.

------------------------------------------------------------

Het moge duidelijk zijn, de wetgever en de btw-administratie zijn bijzonder actief geweest gedurende 2021. Dit getuigen de vele wijzigingen en administratieve verduidelijkingen, de één al meer ingrijpend dan de andere.

Wat 2022 brengen mag is nog koffiedik kijken, maar we vermoeden dat er nog meer veranderingen op til zijn. We denken onder meer aan de mogelijke verlenging van de tijdelijke regeling voor het 6%-tarief inzake afbraak/heropbouw, mogelijke initiatieven inzake e-invoicing en/of digitale automatische toepassingen voor btw-compliance, enz.

En hierbij beperken we ons nog tot de Belgische context. Ook op Europees vlak evolueert het één en ander, zoals het boven aangehaalde akkoord tot aanpassing van de regels inzake verlaagde tarieven voor btw. Ook hier verwachten we nog de nodige evoluties en initiatieven.

Het btw-team blijft al deze ontwikkelingen op de voet volgen.

Wij sluiten deze btw-nieuwjaarsbrief af met u allen een gezond en gelukkig 2022 toe te wensen!

Het Tiberghien Btw-team