Print deze pagina

woensdag, 23 maart 2016

De tax shelter voor startende ondernemingen als 'fiscaal stimulerende maatregel': hoever staan we inmiddels?

Ilke Vandenbroeck en Renaud Thonet

Startende ondernemingen spelen een bepalende rol bij het scheppen van arbeidsplaatsen en dragen bij tot een economische dynamiek. Helaas ondervinden zij vaak moeilijkheden om kapitaal of leningen te verkrijgen, ook al hebben ze een waardevol bedrijfsmodel en groeiperspectieven. Tegelijkertijd blijkt de omvang van de spaardeposito’s in België ongezien hoog. (Memorie van toelichting, DOC 54 1125/001, p. 56) De Belgische overheid heeft dit begrepen en trachtte recent via de “tax shelter voor startende ondernemingen”, het particulier kapitaal te mobiliseren voor het verschaffen van risicokapitaal aan dergelijke startende ondernemingen. Hiertoe werd – als fiscaal stimulerende maatregel - een belastingvermindering ingevoerd aan wie nieuwe aandelen verwerft door een inbreng in geld in een startende onderneming.

In wat volgt overlopen we graag enkele van de belangrijkste toepassingsvoorwaarden. (zie ook onze eerder nieuwsbrieven juni 2015 en september 2015).

Belastingvermindering voor de investeerder – natuurlijke persoon.

Artikel 145/26 W.I.B. 1992, ingevoerd door de programmawet van 10 augustus 2015, voorziet in een belastingvermindering voor de investeerder-natuurlijke persoon die investeert in een startende onderneming al dan niet rechtstreeks, dan wel via een door de FSMA of een gelijkaardige autoriteit in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte erkend crowdfundingplatform, of via een erkend startersfonds. De verwerving via een crowdfundingplatform of via een startersfonds is in de praktijk nog niet van toepassing, omdat het hiervoor nog wachten is op het wettelijk kader en de eerste erkenningen door de FSMA.

Het is dan ook geen rechtstreeks fiscaal voordeel voor de startende onderneming zelf, maar wel voor de investeerder – natuurlijke persoon.

Enkel natuurlijke personen kunnen de belastingvermindering genieten, zowel in de personenbelasting als in de belasting niet inwoners (BNI). De belastingvermindering zal niet toegekend worden aan de bedrijfsleiders (zowel de gemandateerde - categorie 1 - als de zelfstandige directeurs - categorie 2) die intekenen op aandelen van de eigen vennootschap, zij worden verondersteld voldoende redenen te hebben om te investeren in hun eigen onderneming…  Maar het is dus wel mogelijk om te investeren in een kwalificerende vennootschap waarin bijv. de echtgenoot bedrijfsleider is, zolang men de investering dan maar met eigen gelden doet.

In welke startende ondernemingen kan men investeren?

De belastingvermindering wordt toegekend naar aanleiding van de verwerving door de investeerder van nieuwe volledig volstorte aandelen op naam die door een startende onderneming zijn uitgegeven vanaf 1 juli 2015 in het kader van de oprichting of (in geval het gaat om een reeds bestaande vennootschap) van een kapitaalverhoging binnen vier jaar na haar oprichting (die plaatsvond ten vroegste op 1 januari 2013). (art. 145/26 §1 lid 1 WIB92)

De datum van oprichting is de datum waarop de oprichtingsakte werd neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel. (art. 145/26 §1 lid 2 WIB92) De datum van kapitaalverhoging wordt bepaald door de datum van inschrijving op aandelen en niet door de datum waarop het kapitaal betaald werd (memorie van toelichting, DOC 54 1125/001, p. 60). Let op: wanneer de vennootschap de activiteiten verderzet van een vooraf bestaande éénmanszaak, dan geldt de inschrijving bij de KBO van deze éénmanszaak als startdatum.

Op het ogenblik van de inbreng in geld moet de vennootschap aan enkele voorwaarden voldoen: het moet gaan om een startende onderneming (in België of EER met Belgische inrichting) die beantwoordt aan de criteria van een kleine onderneming zoals voorzien in het recent gewijzigde art. 15 W.Venn.; die nog geen kapitaalvermindering heeft doorgevoerd of dividenden heeft uitgekeerd; die zich niet geconfronteerd ziet met ernstige financiële moeilijkheden en die niet beursgenoteerd is.

Gedurende 4 jaar vanaf de inbreng in geld moet de vennootschap aan enkele voorwaarden blijven voldoen: het mag niet gaan om een beleggings-, thesaurie- of financieringsvennootschap, evenmin om een ‘vastgoedvennootschap' (= vennootschap met als statutair hoofddoel of voornaamste activiteit de oprichting, de verwerving, het beheer, de verbouwing, de verkoop of de verhuur van vastgoed voor eigen rekening of het bezit van deelnemingen in vennootschappen met een soortgelijk doel, noch een vennootschap waarin onroerende goederen of andere zakelijke rechten met betrekking tot dergelijke goederen zijn ondergebracht, waarvan bedrijfsleiders, hun echtgenoot of hun kinderen het gebruik hebben) noch om een ‘managementvennootschap’.

De vennootschap mag de ingebrachte sommen niet aanwenden voor de uitkering van dividenden of de aankoop van aandelen, noch voor het verstrekken van leningen… Merk op dat het de vennootschap is die aan deze voorwaarden moet blijven voldoen gedurende 4 jaar (48 maanden) vanaf de inbreng, terwijl het – ingeval deze niet worden gerespecteerd – de investeerder zelf is die de sanctie moet ondergaan. Deze sanctie bestaat uit het terugnemen van de belastingvermindering pro rata temporis (berekend in functie van het aantal ontbrekende maanden).

De vennootschap mag op deze manier tot 250.000 euro in totaliteit ophalen, van verschillende investeerders.

Welke investering kwalificeert?

Enkel een inbreng in geld in ruil waarvoor nieuwe aandelen worden uitgegeven komt in aanmerking. De aandelen moeten volledig volstort zijn. Daarnaast mag men als investeerder – natuurlijke persoon tot 100.000 EUR/jaar investeren in één of meerdere kwalificerende startende ondernemingen. Dit maximumbedrag geldt per belastingplichtige en per belastbaar tijdperk.

De investering mag niet leiden tot een participatie van meer dan 30 % in de onderneming, in dat geval geldt de uitsluiting weliswaar enkel voor het gedeelte van de investering die dit percentage overstijgt.

En dan de ‘kers op de taart’: de belastingvermindering?

De belastingvermindering bedraagt in principe 30 % van het bedrag van de investering, maar deze wordt verhoogd tot 45 % voor investeringen in vennootschappen die op het moment van de inbreng te beschouwen zijn als een zogenaamde “microvennootschap”. (lees hierover meer in onze nieuwsbrief december 2015)

De belastingvermindering wordt toegekend op een maximale investering van 100.000 euro per belastbaar tijdperk, zodat men als investeerder – natuurlijke persoon per belastbaar tijdperk een belastingvermindering van 30.000 EUR tot zelfs 45.000 EUR kan genieten. De belastingvermindering wordt in haar totaliteit verleend voor het belastbaar tijdperk tijdens hetwelk de investering plaatsvond. De belastingplichtige vraagt de belastingvermindering aan in de aangifte personenbelasting. In geval van een gemeenschappelijke aanslag kan elke echtgenoot aanspraak maken op de belastingvermindering voor de uitgaven die hij/zij zelf heeft gedaan.

De belastingvermindering wordt weliswaar enkel verleend voor zover er voldoende belasting verschuldigd is om de vermindering op aan te rekenen. De (federale) belastingvermindering kan enkel worden aangerekend op de belasting met betrekking tot de tegen progressief tarief belaste inkomsten en niet op de belasting met betrekking tot de afzonderlijke belaste roerende inkomsten (bijv. dividenden en intresten).

Bij wijze van voorbeeld: zou men als belastingplichtige over beroepsinkomsten bijvoorbeeld in een bepaald belastbaar tijdperk 22.500 EUR belastingen betalen, dan zou men door een investering van 75.000 EUR in een kwalificerende startende kmo-vennootschap (of een investering van 50.000 EUR in een kwalificerende micro-vennootschap) deze belastingen niet verschuldigd zijn door de toepassing van de belastingvermindering.

Opgelet: de belastingvermindering kan worden herzien!

De aandelen die werden verworven moeten voor een minimumperiode van 48 maanden (4 jaar) worden aangehouden door de belastingplichtige. Als de belastingplichtige de aandelen of rechten van deelneming in een erkend startersfonds binnen een termijn van vier jaar vervreemdt, behoudens ingeval van overlijden, zal de belastingvermindering deels worden teruggenomen.

Ook de vennootschap zelf moet aan bepaalde voorwaarden blijven voldoen gedurende 48 maanden vanaf de inbreng (zie eerder), zoniet ondergaat de investeerder de sanctie van gedeeltelijke terugname van de belastingvermindering.

Deze terugname gebeurt onder de vorm van een federale belastingvermeerdering en wordt berekend in functie van het aantal “ontbrekende maanden”.

De maatregel lijkt dan ook een (bescheiden) droom die werkelijkheid kan worden. Maar er zijn tal van voorwaarden en formaliteiten die aandacht en opvolging vragen. Heeft u hier vragen bij of overweegt u dergelijke investering? Aarzel niet om ons te contacteren.


Voor bijkomende info kan u steeds terecht bij:
Ben Van Vlierden – Partner (ben.vanvlierden@tiberghien.com)
Renaud Thonet – Senior Associate (renaud.thonet@tiberghien.com)

Ilke Vandenbroeck en Renaud Thonet