Print deze pagina

donderdag, 24 maart 2016

Btw en bestuurders: opnieuw uitstel in België - discussie start in Luxemburg

Het btw-team en Valérie Bidoul

De btw-plicht voor bestuurders-rechtspersonen wordt opnieuw uitgesteld naar 1 juni 2016. Dit in afwachting van verdere administratieve verduidelijkingen over de praktische implicaties en alternatieve scenario’s, zoals de mogelijkheid om een btw-eenheid op te richten. Ondertussen wordt de discussie over de toepassing van de btw op bestuurdersmandaten ook gevoerd in Luxemburg. Op basis van recente verduidelijkingen zouden bestuurdersmandaten in Luxemburg aan btw onderworpen worden, zonder onderscheid tussen natuurlijke personen en rechtspersonen.

In wat volgt bespreken we de stand van zaken en gaan we dieper in op een aantal praktische discussiepunten.

Inwerkingtreding gewijzigd regime opnieuw uitgesteld.

In een bericht op de website van de FOD Financiën laat de minister weten dat de inwerkingtreding van het gewijzigd regime voor bestuurders-rechtspersonen uitgesteld wordt van 1 april 2016 naar 1 juni 2016. Wellicht is dit zoveelste uitstel te wijten aan blijvende discussies over mogelijke alternatieve pistes. Dit alles zal het voorwerp vormen van een uitgebreide administratieve circulaire.

Eén van de belangrijke discussiepunten was/is de mogelijkheid om een btw-eenheid te vormen bij zogenaamde spinstructuren. Spinstructuren zijn structuren waarbij een exploitatievennootschap wordt bestuurd door meerdere managementvennootschappen, die op hun beurt aandelen aanhouden in de exploitatievennootschap. Gelet op de vereiste van financiële, economische en organisatorische verbondenheid  is de vorming van een btw-eenheid in een dergelijke situatie niet evident. De circulaire zou op dit punt een aantal toleranties voorzien.

Een ander belangrijk thema betreft de mogelijke toepassing van “alternatieve” vrijstellingen op de bestuurdersprestaties. Wij denken bijvoorbeeld aan een bestuurder-rechtspersoon van een verzekeringskantoor wiens taken geheel of gedeeltelijk als verzekeringsbemiddeling kunnen beschouwd worden. Wellicht zal hier een pragmatische oplossing (e.g. forfait) naar voor worden geschoven om deze bestuurders voldoende rechtszekerheid te geven.

Over wanneer de circulaire precies gepubliceerd zal worden, durven wij geen uitspraken meer te doen. Het is een spreekwoordelijk ‘wachten op Godot’...

Opeisbaarheid btw – tantièmes.

Door dit nieuwe uitstel kunnen bestuurders-rechtspersonen de prestaties die zij binnen de normale uitoefening van hun bestuurdersmandaat verrichten nog tot en met 31 mei 2016 buiten de btw-sfeer houden. Men dient echter wel rekening te houden met de nieuwe btw-opeisbaarheidsregels die met ingang van 1 januari 2016 in werking zijn getreden. Onder de nieuwe opeisbaarheidsregels is de factuurdatum bepalend. Dit betekent dat elke factuur voor bestuurdersbezoldiging die nog vóór 1 juni 2016 wordt opgesteld, buiten de btw kan blijven. Wellicht zal de circulaire een aantal verduidelijkingen bevatten om misbruiken te voorkomen (cf. voorschotfacturen voor prestaties verricht na 1 juni 2016).

Met betrekking tot tantièmes hanteert de btw-administratie een bijzondere opeisbaarheidsregel. De btw over tantièmes wordt opeisbaar op het ogenblik dat de algemene vergadering de beslissing tot uitkering neemt. Tantièmes met betrekking tot 2015 die worden uitgekeerd aan bestuurders-rechtspersonen kunnen dus nog buiten de btw-sfeer worden gehouden voor zover de algemene vergadering de beslissing tot uitkering neemt voor 1 juni 2016.

In dit kader verwijzen we ook naar de bijzondere situatie van advocaten-vennoten. Advocaat-vennoten, natuurlijke personen of rechtspersonen, die hun economische activiteit in een advocatenkantoor hebben ingebracht, kunnen op basis van een bijzondere tolerantie opteren om de prestaties die zij voor het kantoor verrichten buiten de btw-sfeer te houden. In de praktijk worden advocaten-vennoten vaak ook vergoed via bestuurdersbezoldigingen en tantièmes voor een bestuurdersmandaat dat zij uitoefenen in het desbetreffende advocatenkantoor. Als gevolg van de gewijzigde regels voor bestuurders-rechtspersonen zullen de vennoten-rechtspersonen zich minstens voor de prestaties die zij als bestuurder verrichten met ingang van 1 juni 2016 ook moeten registreren voor btw-doeleinden. Advocatenkantoren doen er dus goed aan om hun vergoedingsstructuur in het licht van deze wijzigingen grondig onder de loep te nemen.

Noot: de vraag dient gesteld of de bijzondere opeisbaarheidsregel voor tantièmes, althans in de visie van de administratie, wel in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen. Volgens de tekst van de wet wordt de opeisbaarheid van de btw niet aan “toekenning” gekoppeld. Rekening houdend met de opeisbaarheid van de btw bij zogenaamde doorlopende diensten dient o.i. daarentegen gesteld dat tantièmes die uitsluitend op prestaties verricht in 2015 betrekking hebben onmogelijk aan btw zouden kunnen onderworpen worden onder de gewijzigde regels, enkel en alleen omwille van het feit dat de toekenning in 2016 gebeurt.

Wat met bestuurders-rechtspersonen die zich proactief voor btw-doeleinden hebben geregistreerd?

Bestuurders-rechtspersonen die in het verleden geen btw aanrekenden en die zich reeds proactief zouden hebben geregistreerd voor btw, worden mogelijks benadeeld door dit nieuwe uitstel.  Indien bv. een bestuurder–rechtspersoon vanaf 1 januari 2016 een btw-nummer had aangevraagd voor de bestuurdersactiviteiten, dan zal deze in principe vanaf diezelfde datum 21% btw moeten aanrekenen op de ontvangen bestuurdersvergoedingen. Een btw-registratie kan in dit opzicht mogelijk beschouwd worden als een onherroepelijke keuze voor het btw-belaste regime.

We vertrouwen erop dat de circulaire terzake in een overgangsregeling zal voorzien. In elk geval is het raadzaam een btw-registratie uit te stellen tot de definitieve inwerkingtreding van de nieuwe regeling. Voor bestuurders-rechtspersonen die reeds een btw-nummer zouden hebben aangevraagd, dient  overwogen te worden om in overleg met het bevoegde btw-controlekantoor deze registratie uit te stellen tot na 1 juni 2016.

Btw en bestuurders in Luxemburg.

Het is wellicht niet toevallig dat het btw-statuut van bestuurdersmandaten in Luxemburg recent ter discussie werd gesteld. Op dit ogenblik bestaat in Luxemburg geen duidelijke regeling voor btw en bestuurdersmandaten. Een expliciete vrijstelling is enkel voorzien voor de zogenaamde “jetons de présence”.  Tot op heden bestaat in Luxemburg geen duidelijke regeling voor btw en bestuurdersmandaten. Een expliciete vrijstelling is voorzien voor de zogenaamde “jetons de présence”.  In beginsel heeft de administratie altijd gesteld dat de vergoedingen van de bestuurders principieel aan de btw onderworpen zijn.  In de praktijk, echter, bleven bestuurders in Luxemburg, zowel natuurlijke als rechtspersonen, voor alle ontvangen vergoedingen in het kader van hun bestuurdersmandaat buiten het toepassingsgebied van de btw en hierover werden tot op heden weinig of geen vragen gesteld door de Luxemburgse btw-controlekantoren.

Naar aanleiding van een recente, nogal ongelukkige poging van de Luxemburgse professionele vereniging van bestuurders om deze problematiek duidelijk te regelen, heeft de Luxemburgse btw-administratie duidelijk gesteld dat de vergoedingen van bestuurders principieel aan btw onderworpen zijn, met uitzondering van de ‘jetons de présence’, en dat dit de traditionele positie niet wijzigt. De Luxemburgse btw-administratie heeft hier echter aan toegevoegd dat zij begrip zou tonen voor de situatie in het verleden, waarbij mogelijks niet zal worden teruggekomen op facturaties vóór 2015. Gelet op de mogelijke gevolgen hiervan werd op 10 februari 2016 een parlementaire vraag aan de Luxemburgse Minister van Financiën gesteld. Minister Pierre Gramegna antwoordde op 9 maart 2016 dat met spoed een bijzondere werkingsgroep zal worden samengesteld die duidelijkheid moet verschaffen in deze problematiek. Uit dit eerder dubieus antwoord kan o.i. afgeleid worden dat de traditionele Luxemburgse btw praktijk m.b.t. bestuurdersmandaten naar de toekomst toe niet langer zal kunnen gehandhaafd worden.

Alle bestuurdersvergoedingen (andere dan de jetons de présence, die btw-vrijgesteld blijven) zouden dus vanaf 2016 in principe aan btw onderworpen worden. Men zal hierbij waarschijnlijk geen onderscheid maken tussen bestuurders-natuurlijke personen en bestuurders-rechtspersonen.

Deze evolutie kan in Luxemburg een aanzienlijke impact hebben, gelet op de talrijke bestuurdersmandaten die in Luxemburgse vennootschappen worden waargenomen.

Tevens zal zich de vraag stellen wat dit concreet betekent voor Belgische bestuurders, al dan niet natuurlijke personen of rechtspersonen, die mandaten waarnemen in Luxemburg. In hoofde van natuurlijke personen – bestuurders komt men mogelijk in een hybride situatie terecht (in België niet aan btw onderworpen, in Luxemburg wel).

Indien u zou geconfronteerd worden met grensoverschrijdende bestuurdersmandaten België – Luxemburg is kantoor Tiberghien graag bereid om de praktische implicaties en eventuele oplossingen nader te onderzoeken. Via ons kantoor in Luxemburg zijn wij goed geplaatst om u in een dergelijke grensoverschrijdende discussie bij te staan.


Voor bijkomende vragen kan u terecht bij ons btw-team:
Stijn Vastmans – Partner (stijn.vastmans@tiberghien.com)
Stein De Maeijer – Associate (stein.demaeijer@tiberghien.com)
Gert Vranckx – Associate (gert.vranckx@tiberghien.com)
David Verbeke – Associate (david.verbeke@tiberghien.com)
Valérie Bidoul - Senior Associate (valerie.bidoul@tiberghien.com)

Het btw-team en Valérie Bidoul