Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>News>Nieuwigheden Patrimoniumtaks

donderdag, 22 maart 2018

Nieuwigheden Patrimoniumtaks

De “patrimoniumtaks” of “de taks tot vergoeding der successierechten”, zijnde de jaarlijkse belasting van 0,17 % verschuldigd op het geheel van de bezittingen van (internationale) verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s) en van private stichtingen, werd eind 2017 op twee punten aangepast. Ten eerste werd de methode tot waardering van de financiële instrumenten aangehouden door de private stichting gewijzigd. Ten tweede werd de drempel verhoogd voor het toepassen van het kwijtingstelsel voor “kleine” private stichtingen. Deze wijzigingen zijn reeds van toepassing op de aangifte en de betaling van de patrimoniumtaks 2018, beiden te gebeuren vóór 31 maart 2018.

  1. waardering financiële instrumenten [1]

De eerste wijziging betreft de waardebepaling van de financiële instrumenten die een private stichting aanhoudt die de belastbare basis vormt voor de patrimoniumtaks. Voorheen werd de waarde van de financiële instrumenten bepaald door de prijscourant. Met ingang van 20 november 2017 voorziet de wet dat de financiële instrumenten die toegelaten zijn tot verhandeling op Belgische of buitenlandse reglementeerde markten moeten worden gewaardeerd aan de hand van de beurswaarde van die E.E.R.-effecten. De heffingsgrondslag is meer bepaald de slotkoers van het financieel instrument die raadpleegbaar is in de gespecialiseerde pers of de gespecialiseerde elektronisch raadpleegbare bronnen.

Van belang is dat de keuze wordt gelaten aan de aangever welke referentiedatum hij wil toepassen voor het bepalen van de beurswaarde. De referentiedatum is in elk geval de eerste openingsdag van de beurs, maar, naar keuze, van de maand januari, februari of maart. Eens een referentiedatum gekozen, dienen alle aan te geven waarden te worden gewaardeerd op die datum. Ingeval er op die drie mogelijke data geen enkele notering is, kunnen de waarden worden aangegeven volgens de beurswaarde ervan op de eerstvolgende dag waarop er opnieuw een notering wordt vastgesteld.

Door een verschil tussen de Nederlandse en de Franse tekst laat de fiscus toe, in afwachting van een correctie via wetswijziging, dat er ook geopteerd kan worden om de beurswaarde vast te stellen op de eerste dag die volgt op diegene waarop er opnieuw een notering wordt vastgesteld (“du premier jour qui suit celui durant lequel une cotation est à nouveau établie”). Dit is evenwel op voorwaarde dat deze referentiedatum gehanteerd wordt voor alle aan te geven waarden. Indien er voor deze “opvolgende dag” geopteerd wordt, dient de aangever deze keuze in de aangifte te vermelden.

Teneinde de fiscus toe te laten deze waardering, grondslag voor de heffing, te controleren moet de aangever zowel de gekozen referentiedatum alsook de geraadpleegde bron vermelden in de aangifte.

Artikel 151 W. Succ., met betrekking tot de eigenlijke aangifte, werd evenwel niet aangepast. Daar valt nog steeds te lezen dat in de aangifte “de toestand én de waarde van de goederen op de eerste januari van het aanslagjaar worden vermeld”. Dit strookt niet met de verschillende referentiedata die gekozen kunnen worden voor de nieuwe waarderingsmethode van de financiële instrumenten.

  1. kwijtingsstelsel “kleine” private stichtingen [2]

Voor deze patrimoniumtaks bestaat sinds jaar en dag een de minimis-regeling (art. 148bis W. Succ.). De private stichtingen waarbij het geheel van de bezittingen een waarde van 25.000 EUR niet overschrijdt, zijn namelijk niet aan de patrimoniumtaks onderworpen. Deze drempel blijft dezelfde.

Bovendien bestaat de mogelijkheid voor “kleine” private stichtingen de voor drie opeenvolgende jaren verschuldigde taks ineens te kwijten, met ontheffing van de indiening van een aangifte voor elk van de twee volgende jaren (art. 156 W. Succ.). De drempel om als een “kleine” private stichting te worden gekwalificeerd werd met ingang van 8 januari 2018 verhoogd. Er is sprake van een “kleine” private stichting indien de door haar verschuldigde belasting niet meer dan 500 EUR bedraagt (tot voor kort 125 EUR).

Indien men van deze mogelijkheid gebruikt maakt, dient men in het oog houden of er, op 1 januari van één van de volgend twee jaren waarvoor kwijting werd verleend, vastgesteld wordt dat er een vermeerdering van waarde of van de activa heeft plaatsgevonden. Immers, als deze vermeerdering tot gevolg heeft dat de verschuldigde patrimoniumtaks met minstens 25 EUR stijgt, is de private stichting toch gehouden, binnen de eerste drie maanden van het bedoeld jaar, een aangifte in te dienen en de verschuldigde belasting te betalen met aftrek van de reeds betaalde belasting.

Ook deze regeling verwijst nog steeds naar een waardebepaling op één januari van het aanslagjaar zodat ook hierover nog onduidelijkheid bestaat.


Indien u hulp wenst met betrekking tot deze patrimoniumtaks voor uw private stichting, kunt u steeds contact opnemen met:
Romina Abiuso – Senior Associate: romina.abiuso@tiberghien.com
Elise Henneuse – Associate: elise.henneuse@tiberghien.com


[1] Circulaire 2018/C/10 betreffende de wet van 22 oktober 2017 houdende diverse fiscale bepalingen I, FOD Financiën 25.01.2018, m.b.t. wijziging artikel 150, vierde lid W. Succ.
[2] Circulaire 2018/C/15 betreffende de wet van 25 december 2017 houdende diverse fiscale bepalingen IV; FOD Financiën 05.02.2018 m.b.t. artikel 156 W. Succ.

Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com