Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>News>Aanleg liquidatiereserve na zetelverplaatsing… en wat met een wijziging in verbondenheid?

donderdag, 26 maart 2020

Aanleg liquidatiereserve na zetelverplaatsing… en wat met een wijziging in verbondenheid?

De Dienst Voorafgaande Beslissingen – beter bekend als de rulingcommissie – heeft zich in een voorafgaande beslissing 2019.0612 dd. 17 september 2019 uitgesproken over de vraag naar de mogelijkheid tot aanleg van een liquidatiereserve na zetelverplaatsing.

De feiten

Op 31 juli 2018 verkoopt een in Nederland gevestigde vennootschap (vennootschap A) haar participatie in haar Nederlandse dochtervennootschap (vennootschap C). De aandeelhouder van vennootschap A is een Belgische belastingplichtige, die naast deze vennootschap ook nog aandeelhouder is van een Belgische vennootschap (vennootschap B). Het boekjaar van vennootschap A loopt van 1 april tot 31 maart. Op 15 februari 2019 (vóór de inwerkingtreding van het WVV en dus ook vóór de overstap naar de statutaire zetelleer) wordt beslist om de zetel van werkelijke leiding van vennootschap A te verplaatsen naar België. De statutaire zetel blijft in Nederland gevestigd. Vennootschap A wenst daarbij de liquidatiereserve aan te leggen voor de boekhoudkundige winst (na belasting) van het boekjaar 1 april 2018 – 31 maart 2019.

Beslissing

Onder verwijzing naar het CBN-advies 2017/10, is de rulingcommissie van oordeel dat voor de beoordeling van de groottecriteria (om te kwalificeren als kleine vennootschap), enkel rekening dient te worden gehouden met de cijfers van de vennootschappen waarmee vennootschap A op balansdatum nog verbonden is, en dit ook voor de voorgaande jaren. Ingevolge de verkoop van haar participatie in vennootschap C, is vennootschap A op balansdatum (31 maart 2019) enkel nog verbonden met vennootschap B. Op geaggregeerde basis overschrijden vennootschap A en B slechts één criterium, waardoor vennootschap A op balansdatum (31 maart 2019) kwalificeert als een kleine vennootschap.

Omtrent de omvang van de liquidatiereserve, is de rulingcommissie verder ook duidelijk. De winst die in aanmerking komt voor de liquidatiereserve is de “te bestemmen winst van het boekjaar” zoals deze voorkomt in de jaarrekening. Gelet op de boekhoudkundige continuïteit van de zetelverplaatsing, omvat deze winst dan ook de winst die werd opgebouwd in de Nederlandse periode (o.a. de winst uit de verkoop van de deelneming in vennootschap C).

Interessant want?

Met deze ruling geeft de rulingcommissie een verdere invulling aan het CBN-advies 2017/10. In dat advies benadrukt de CBN dat voor de beoordeling van de grootte van een vennootschap de verbondenheid in beginsel moet worden beoordeeld op balansdatum van het betreffende boekjaar. Indien er tijdens het betreffende boekjaar een wijziging van verbondenheid heeft plaatsgevonden, heeft dit verder gevolgen voor de wijze waarop de groottecriteria voor deze vennootschap moeten worden beoordeeld voor dat boekjaar. De CBN besluit daarbij dat indien een vennootschap op balansdatum niet (langer) verbonden is (bv. door vervreemden alle participaties), de toetsing van de groottecriteria, ook voor de voorgaande jaren, op enkelvoudige basis dient plaats te vinden.

Op grond van deze zienswijze kan een holdingvennootschap in het jaar waarin zij al haar participaties vervreemdt, onmiddellijk als kleine vennootschap kwalificeren en een liquidatiereserve aanleggen mits zij op ‘stand-alone’ basis als klein wordt gekwalificeerd.

De rulingcommissie gaat echter nu een stap verder door te stellen dat voor de beoordeling van de groottecriteria enkel rekening dient te worden gehouden met de cijfers van de vennootschappen waarmee zij op balansdatum nog verbonden is, en dit ook voor de voorgaande jaren. Dit standpunt werd overigens intussen nogmaals herhaald in ruling 2019.0660 dd. 26 november 2019. Op grond hiervan kan een vennootschap in het jaar waarin zij een belangrijke participatie verkoopt, onmiddellijk als kleine vennootschap kwalificeren en een liquidatiereserve aanleggen mits zij op geaggregeerde/geconsolideerde basis met de vennootschappen waarmee zij wel nog is verbonden, als klein wordt gekwalificeerd.

Minstens even interessant is de visie van de rulingcommissie op de omvang van de liquidatiereserve. Zo oordeelt zij terecht dat de volledige boekhoudkundige winst in aanmerking komt voor de liquidatiereserve. Er staat immers nergens vermeld dat deze winst moet zijn samengesteld uit inkomsten die (effectief) in België werden belast. Integendeel, volgens de wet en de minister gaat het om de boekhoudkundige winst (na belasting) zoals deze voorkomt in code 9905 van de in België op te maken jaarrekening. Anders oordelen zou dan ook neerkomen op het toevoegen van een bijkomende voorwaarde aan de wet. De verwijzing naar de volledige boekhoudkundige winst heeft daarbij wel het gunstige gevolg dat aan vennootschappen, wiens zetel naar België werd verplaatst, de opportuniteit wordt geboden om de liquidatiereserve aan te leggen voor winsten die gedurende het boekjaar in het vertrekland werden gerealiseerd. Voormelde zienswijze is bovendien in lijn met het standpunt dat de rulingcommissie reeds eerder heeft ingenomen met betrekking tot de bijzondere liquidatiereserve. Zo oordeelde de rulingcommissie in ruling 2016.611 dd. 17 februari 2017 en 2016.668 dd. 21 februari 2017 dat een Luxemburgse vennootschap, na haar migratie naar België, een bijzondere liquidatiereserve kan aanleggen voor de boekhoudkundige winst (na belasting) die zij in Luxemburg heeft opgebouwd en nog aanwezig is. Het feit dat deze winst niet in België werd opgebouwd en desgevallend belast doet hieraan geen afbreuk. De wet stelt deze voorwaarde immers niet waardoor de aan te leggen liquidatiereserve dan ook bepaald kan worden aan de hand van de boekhoudkundige winst (na belasting) zoals vermeld in de Luxemburgse jaarrekening. Elk ander standpunt zou een discriminatie inhouden van deze vennootschap ten aanzien van een binnenlandse vennootschap die reeds voorheen in België was gevestigd.

Indien u hierbij verder advies nodig heeft kan u contact opnemen met:

Griet Vanden Abeele - Partner (griet.vandenabeele@tiberghien.com)

Sander Diepvens - Associate (sander.diepvens@tiberghien.com)

Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com