Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>News>Wijzigingen aan de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid op til

dinsdag, 08 februari 2022

Wijzigingen aan de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid op til

De ministerraad heeft op 4 februari 2022 een voorontwerp van wet1 goedgekeurd welke wijzigingen aan het regime van vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegen-en nachtarbeid bevat. Het ontwerp wordt nog voor advies naar de Raad van State gestuurd. Het voorontwerp omhelst een aantal belangrijke wijzigingen (welke in werking zouden treden vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de tiende dag na bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad), die hierna opgesomd worden. Voorlopig wordt niet geraakt aan de definitie van ploegen- en nachtarbeid.

Pro memorie

Wat is ploegenarbeid?

De in aanmerking komende ‘ondernemingen waar ploegenarbeid wordt verricht’, zijn die ondernemingen waar het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen zowel qua inhoud als qua omvang en voor zover die ploegen elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan ¼ van hun dagtaak.

Wat is nachtarbeid?

‘Ondernemingen waar nachtarbeid wordt verricht’ zijn ondernemingen waar werknemers overeenkomstig de in de onderneming toepasselijke arbeidsregeling, prestaties verrichten tussen 20 uur en 6 uur, met uitsluiting van de werknemers die enkel prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur en de werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.

Aanleiding

Door het Rekenhof werd in 2019 verschillende toepassingsproblemen bij het regime gesignaleerd. Dezelfde problemen blijken uit de vele controles die momenteel plaatsvinden (zie onze eerdere nieuwsbrief).

Het voorontwerp heeft een vierledig doel, t.w.: 1) tegemoetkomen aan de aanbevelingen van het Rekenhof uit 2019, 2) het versterken van het wettelijk kader om het toepassingsgebied te verduidelijken, 3) de budgettair vooropgestelde doelstelling behalen door een aantal gerichte aanpassingen te doen zonder fundamenteel in te grijpen op het toepassingsgebied, de initieel beoogde doelgroepen en vrijstellingspercentages en 4) het beter afstemmen van de regeling op de Europese staatssteunregelgeving.

Invulling ‘hetzelfde werk qua inhoud en omvang’: nog geen verduidelijking

In de praktijk blijkt één van de grootste hindernissen voor de toepassing van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing de invulling van de definitie van ploegenarbeid te zijn waarbij “ploegen hetzelfde werk moeten verrichten, zowel qua inhoud als qua omvang”. Dit werd ook in het verslag van het Rekenhof gesignaleerd. Bovendien bestaat onder de controleambtenaren geen éénduidige interpretatie over de invulling van deze voorwaarde.

Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat de wetgever bewust heeft nagelaten om het begrip ploegenarbeid te verduidelijken daar deze nooit “neutraal” zou zijn. Een wijziging zou daarentegen als gevolg hebben gehad dat het toepassingsgebied zou worden verbreed dan wel zou worden beperkt, aldus de wetgever.

Ploegenpremie: minimale substantie vereist

Eén van de belangrijke wijzigingen heeft betrekking op de door de wet voorziene (ploegen en/of nacht-) premie: deze zal in de toekomst een bepaalde minimale substantie moeten bevatten. Voor de ploegenpremie zou het gaan om een minimumpercentage van 2%, voor de nachtpremie om een minimum van maar liefst 12% (!). De wetgever verantwoordt dit door te stellen dat de meeste ondernemingen hogere premies toekennen voor nachtarbeid zodat het aangewezen is om voor deze premies in hogere minimumpercentages te voorzien.

Daarnaast wordt bijkomend de voorwaarde gesteld dat de premies vanaf 2024 bij CAO, in een arbeidsreglement of in een arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer moeten zijn vastgelegd.

Opsplitsing ploegen- en nachtarbeid

Aangezien de minimumpercentages verschillend zijn voor de ploegen- en nachtpremies worden de regels die van toepassing zijn in geval van ploegenarbeid en de regels die van toepassing zijn in geval van nachtarbeid in de toekomst strikt van elkaar onderscheiden. Dit zal o.m. een belangrijke impact hebben op de werking van de 1/3 regel (zie hierna).

Zonder onderbreking?

Hoewel het uitgangspunt blijft dat de ploegen elkaar zonder onderbreking dienen op te volgen, wordt de bestaande administratieve tolerantie die een beperkte pauze van 15 minuten toestaat, wettelijk verankerd. Bovendien verduidelijkt de Memorie van Toelichting dat een supplementaire administratieve tolerantie in uitzonderlijke omstandigheden mogelijk is (bijvoorbeeld in het kader van sanitaire maatregelen ter bestrijding van de COVID-19-pandemie).

1/3de norm blijft behouden, maar niet langer cumul mogelijk tussen ploegen- en nachtarbeid

Eén van de voorwaarden die moest voldaan zijn om de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid te kunnen genieten is dat een werknemer tenminste 1/3 van zijn arbeidstijd, over de betrokken maand, in ploegen-of nachtarbeid moet zijn tewerkgesteld. Het principe van de 1/3de norm wordt onder de gewijzigde wetgeving gehandhaafd. Evenwel wordt ervoor geopteerd om de 1/3e norm afzonderlijk te beoordelen voor wat betreft ploegenarbeid enerzijds dan wel nachtarbeid anderzijds.

Uit het wetsontwerp blijkt eveneens dat de berekening van de 1/3e norm op uurbasis dient te gebeuren. Dit conform het arrest van het Hof van Beroep te Bergen d.d. 21/10/2020 en circulaire 2021/C/99 d.d. 16 november 2021 (zie onze vorige nieuwsbrief hieromtrent).

Overige wijzigingen aan het regime van vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid

De berekeningsbasis wordt verduidelijkt, zodat er geen discussie meer kan bestaan omtrent het feit dat het enkel vakantiegeld (i.t.t. het dubbel vakantiegeld) tot de berekeningsbasis behoort.

Specifiek voor ploegenarbeid dat betrekking heeft op werken in onroerende staat wordt er voorzien dat er voortaan een verplichte RSZ-aanmelding zal moeten plaatsvinden. Deze maatregel beoogt werkgevers uit te sluiten die niet in overeenstemming handelen met de sociale wetgeving.

Procedureel worden een aantal wijzigingen doorgevoerd (zoals de termijn voor de vordering van teruggave van bedrijfsvoorheffing die wordt gereduceerd van 5 naar 3 jaar).

Ook voor uitzendkantoren bevat het voorontwerp enkele specifieke bepalingen (onder andere m.b.t. de bewijslast in het geval van een controle bij een uitzendkantoor).

 

Voor meer informatie, aarzel niet om ons te contacteren.

Daan Buylaert - Partner (daan.buylaert@tiberghien.com)

Charlotte Meskens - Senior Associate (charlotte.meskens@tiberghien.com)

Kimberley De Plucker - Senior Associate (kimberley.deplucker@tiberghien.com)


 1 Voorontwerp van wet houdende verlaging van lasten op arbeid.

Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com