Advocaten / Avocats / Lawyers

Home>News>Rusthuizen en assistentiewoningen: Hof van Justitie bevestigt Belgische btw-vrijstelling

vrijdag, 29 januari 2016

Rusthuizen en assistentiewoningen: Hof van Justitie bevestigt Belgische btw-vrijstelling

Arrest Les Jardins de Jouvence SCRL, 21 januari 2016, C-335/14

Rusthuizen en meer in het algemeen instellingen die de bejaardenzorg tot doel hebben genieten van een specifieke btw-vrijstelling, zonder de mogelijkheid om btw-aftrek uit te oefenen (art. 44, §2, 2° Wetboek Btw).

Over de toepassing van deze vrijstelling is in het recente verleden commotie ontstaan, mede door alarmerende berichten in de pers (zie o.m. samengevoegde Parl. Vragen dd. 8 juli 2015, nrs. 4986, 5007 en 5035). Naar aanleiding van een zaak voor het Europees Hof van Justitie zou de Belgische vrijstelling mogelijk op de helling komen te staan en zouden rusthuizen in de toekomst btw moeten afdragen (met daartegenover weliswaar de mogelijkheid om de btw op kosten en investeringen in aftrek te brengen).

In de bewuste zaak Jardin de Jouvence (C-335/14, 21 januari 2016) werd nu recent uitspraak gedaan door het Europees Hof. Voor alle duidelijkheid, deze zaak betrof de vraag of de exploitatie van assistentiewoningen vrijgesteld is van btw waar deze exploitatie met winstoogmerk gebeurt en er tal van facultatieve diensten worden aangeboden zoals een bar-restaurant, een kap- en schoonheidssalon, een fysiotherapiezaal, ergotherapeutische activiteiten, een wasserij, een lokaal voor bloedproeven en een artsenpraktijk. Daarbij werd ook de vraag gesteld of het voor de toepassing van de btw-vrijstelling van belang is of de instelling al dan niet subsidies of andere financiële overheidssteun ontvangt. 

In deze zaak had de advocaat-generaal in zijn opinie reeds aangegeven dat deze exploitatie wel degelijk onder de btw-vrijstelling kan kwalificeren. Daarbij werd aan de nationale rechter de feitelijke beoordeling overgelaten m.b.t. de toepassing van de vrijstelling voor de individueel aangeboden diensten.

Het Hof van Justitie volgt in essentie de advocaat-generaal maar neemt o.i. een nog duidelijker positie. Het Hof begint haar arrest met een analyse van het toepassingsgebied ratione personae van de vrijstelling. De uitbaters van instellingen inzake bejaardenzorg dienen ofwel publiekrechtelijke lichamen te zijn ofwel dienen zij door de betrokken lidstaat als instelling van sociale aard erkend te zijn. Wat deze erkenningsvereiste betreft merkt het Hof op dat de lidstaten vrij zij om voorwaarden op te leggen waaraan een instelling moet voldoen opdat zij een erkenning zou krijgen. In haar vroegere jurisprudentie heeft het Hof reeds verduidelijkt dat hier onder meer gedacht kan worden aan nationale of regionale bepalingen (wetten / decreten / ordonnanties) die de activiteiten regelen, fiscale voorschriften, voorschriften op het vlak van sociale zekerheid, prijsbepaling door overheidsinstanties etc. Het hebben van een winstoogmerk sluit niet per definitie de toepassing van de vrijstelling uit. De beoordeling in casu blijft bij de nationale rechter.

Vervolgens bespreekt het Hof het toepassingsgebied ratione materiae van de vrijstelling. Hiervoor wordt volgend criterium geformuleerd: indien de verrichte dienst opgesomd wordt in de lijst in de nationale wettelijke regeling met betrekking tot instellingen inzake bejaardenzorg, dan valt deze dienst in principe onder de vrijstelling voor rusthuizen en wordt zij geacht onontbeerlijk te zijn voor het verrichten van de vrijgestelde handelingen zoals bedoeld in art. 44, §2, 2° Wetboek Btw. Een dergelijke beoordeling wordt echter ook aan de nationale rechter overgelaten. 

Ten slotte verduidelijkt het Hof dat het al dan niet genieten van openbare financiële steun, in welke vorm dan ook, op zich niet beslissend is voor de beoordeling van het toepassingsgebied van de vrijstelling voor rusthuizen. Anders oordelen zou het beginsel van fiscale neutraliteit in het gedrang kunnen brengen. Prestaties van soortgelijke aard verricht door aanbieders die respectievelijk wel en geen openbare financiële steun ontvangen zouden dan immers een verschillende btw-behandeling genieten.

Met haar arrest in de zaak Jardin de Jouvence heeft het Hof van Justitie het toepassingsgebied van de btw-vrijstelling voor rusthuizen dus geenszins volledig uitgehold. Integendeel het Hof bevestigt o.i. in grote lijnen de Belgische vrijstelling. In tegenstelling dus tot de eerder paniekerige berichten in de pers is het o.i. duidelijk dat de Europese rechtspraak geen aanleiding zal geven tot het volledig omgooien van het btw-statuut van rusthuizen en exploitanten van assistentiewoningen. De definitieve uitspraak van de Belgische rechter in deze zaak is vanzelfsprekend verder op te volgen maar in het licht van dit arrest van het Hof van Justitie zal dit wellicht niet leiden tot een btw-revolutie in de sector van de bejaardenzorg. 


Voor verdere info kan u terecht bij:
David Verbeke - Associate (david.verbeke@tiberghien.com)
Gert Vranckx - Associate (gert.vranckx@tiberghien.com)                 
Stein De Maeijer - Associate (stein.demaeijer@tiberghien.com)
Stijn Vastmans - Partner (stijn.vastmans@tiberghien.com)

 
Tiberghien Brussels

Tour & Taxis

Havenlaan|Avenue du Port 86C B.419
BE-1000 Brussels

T +32 2 773 40 00

F +32 2 773 40 55

info@tiberghien.com

Tiberghien Antwerp

Grotesteenweg 214 B.4
BE-2600 Antwerp

T +32 3 443 20 00

F +32 3 443 20 20

info@tiberghien.com

Tiberghien Ghent

Esplanade Oscar Van de Voorde 1
BE-9000 Gent

T +32 9 216 18 00

info@tiberghien.com

Tiberghien Hasselt

Torenplein 7 B13.1
BE-3500 Hasselt

T +32 11 57 00 13

info@tiberghien.com

Tiberghien Luxembourg

23, Boulevard Joseph II
LU-1840 Luxembourg

T +352 27 47 51 11

F +352 28 66 96 58

info@tiberghien.com