Algemeen geldt, inzake erf- en registratiebelasting, een tolerantieperiode van 2 maanden, zo is te lezen op de website van de Vlaamse Belastingdienst. De Vlaamse Belastingdienst beoogt echter geen verlening of uitstel van de proceduretermijnen.
Aanvankelijk werd op de website van de Vlaamse Belastingdienst uitdrukkelijk vermeld dat de periode met verstrengde coronamaatregelen zou worden aanvaard als een situatie van overmacht voor de verlenging van termijnen om aan fiscale verplichtingen te voldoen. De termijnen, door de Vlaamse Belastingdienst beoogd, betreffen de nakoming/de vervulling van bepaalde voorwaarden/fiscale verplichtingen in het kader van de VCF en zijn niet exhaustief. De Vlaamse Belastingdienst beoogde niet de verlenging of het uitstel van proceduretermijnen. Bijgevolg wordt voor de verlenging van proceduretermijnen de periode met verstrengde coronamaatregelen niet automatisch als een overmachtssituatie aanvaard. Het is de belastingplichtige die het bewijs moet leveren dat in een concreet geval de omstandigheid van corona hem heeft verhinderd tijdig bezwaar aan te tekenen, dan wel een verzoekschrift in te leiden voor de rechtbank.
Door de uitdrukkelijke vermelding op de website achterwege te laten, geldt nu algemeen dat de periode met verstrengde coronamaatregelen niet meer automatisch als een geval van overmacht wordt aanvaard. Indien deze omstandigheid de belastingplichtige heeft verhinderd bepaalde voorwaarden, termijnen en/of andere verplichtingen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit na te leven, dan dient de belastingplichtige daarvan het bewijs te leveren.
De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt overmacht immers als een algemeen rechtsbeginsel, zelfs als het niet uitdrukkelijk in de regelgeving is voorzien. Overmacht wordt door onze hoogste rechtscolleges aanvaard als een algemeen rechtsprincipe, ook inzake fiscaliteit. Bovendien bevestigt de Vlaamse Belastingdienst dit principe als dusdanig in de standpunten nr. 14013 en 14019 de dato 14 november 2016.
Welke gevolgen heeft dit dan voor de bezwaartermijn? Zou de Vlaamse Belastingdienst dan toch een verlenging of uitstel van de bezwaartermijn aanvaarden, omwille van corona?
Uiteraard kan de bezwaarindiener, die door de omstandigheid van corona, in de onmogelijkheid was om zijn bezwaarschrift binnen de vervaltermijn van 3 maanden in te dienen, zich beroepen op overmacht, op voorwaarde dat uit de feiten blijkt dat deze weldegelijk overmacht uitmaakt in zijn concrete situatie.
De Vlaamse Belastingdienst zal dan ad hoc en rekening houdend met de omstandigheden van elk concreet dossier beslissen of er sprake is van overmacht. Dit brengt toch wel een zekere rechtsonzekerheid met zich mee voor de belastingplichtigen.
Waar de belastingplichtige, die een enige gezinswoning heeft aangekocht met vermindering van registratiebelasting, zeker weet dat hij 2 maanden langer de tijd heeft om zijn hoofdverblijfplaats er te vestigen, geldt dit niet voor de belastingplichtige die bezwaar wenst aan te tekenen tegen een lastens hem uitvoerbaar verklaard aanslagbiljet.
De bezwaartermijn blijft in principe 3 maanden. Hetzelfde geldt voor de termijn om een verzoekschrift in te leiden voor de rechtbank.
Indien u vragen hebt bij dit onderwerp kan u contact opnemen met de auteurs van dit artikel.