HET BEHEER EN GENOT OVER DE GOEDEREN VAN HET MINDERJARIG KIND
Het ouderlijk gezag, dat hen automatisch toekomt, geeft de ouders het recht om de goederen van hun minderjarig kind te beheren. Dus ook het beheer van de geschonken of gelegateerde aandelen van een minderjarig kind. De ouders hebben ook een wettelijk genotsrecht op die goederen, waaronder het recht om de inkomsten ervan te verkrijgen. Deze inkomsten moeten in de eerste plaats gebruikt worden voor de ouderlijke onderhoudsplicht voor het minderjarig kind.
Ongeacht de (familiale) herkomst van de goederen, genieten beide ouders hetzelfde genotsrecht en recht van beheer over de goederen van de minderjarige. Alleen de inkomsten verworven door het eigen werk van het kind, bijvoorbeeld vakantiejob of andere, zijn van rechtswege uitgesloten van het ouderlijk genotsrecht.
HET UITSLUITEN VAN HET OUDERLIJK GENOTSRECHT
De wet biedt de mogelijkheid om het ouderlijk genotsrecht van één of van beide ouders op geschonken of gelegateerde goederen uit te sluiten op voorwaarde dat dit expliciet werd bedongen in de schenkingsakte of in het testament.
De van zijn genotsrecht uitgesloten ouder heeft geen recht op de inkomsten op de aan de minderjarige geschonken of gelegateerde aandelen. Zo zal hij ook geen recht hebben op de uitgekeerde dividenden.
HET UITSLUITEN VAN HET OUDERLIJK RECHT VAN BEHEER
Bovenvermelde wettelijke mogelijkheid tot uitsluiting heeft alleen betrekking op het ouderlijk genotsrecht op geschonken of gelegateerde aandelen en niet op het ouderlijk recht van beheer van deze aandelen.
De ouder, die uitgesloten werd van zijn ouderlijk genotsrecht van bijvoorbeeld aandelen van een familiale vennootschap, behoudt de mogelijkheid om het stemrecht en andere rechten van beheer verbonden aan deze aandelen uit te oefenen tot aan de meerderjarigheid van zijn kind.
Het recht van beheer van ouders van een minderjarig kind kan hen niet ontnomen worden in een schenkingsakte of in een testament. Wil men dit bereiken, dan zal men beroep moeten doen op alternatieve oplossingen.
Zo bestaat de mogelijkheid om, in het kader van de overdracht van aandelen van een familiale vennootschap aan een minderjarig kind, de aandelen in eerste instantie in te brengen in een controle-entiteit. Dit kan bijvoorbeeld via een burgerlijke maatschap.
EEN CONCREET VOORBEELD
Mevrouw A en de heer B zijn gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen. Zij hebben een 12-jarige dochter L. Voor de echtgenoten loopt de echtscheidingsprocedure.
In haar testament heeft mevrouw A haar ex-echtgenoot, vader van L, uitgesloten van zijn recht van genot over de goederen die zouden toekomen aan L. Hem het recht van beheer ontnemen is echter wettelijk niet mogelijk.
Hoe kan dit worden opgelost?
Mevrouw A kan de aandelen van de familiale vennootschap inbrengen in een burgerlijke maatschap, waarvan de statuten bepalen dat mevrouw A benoemd is als zaakvoerder tot aan haar overlijden. Haar zus Z is benoemd als opvolgend zaakvoerder.
In geval van plots overlijden van mevrouw A, erft haar dochter L de deelbewijzen van de burgerlijke maatschap, waarvan haar zus Z zaakvoerder zal zijn.
De heer B zal, in zijn hoedanigheid van ouder, zijn ouderlijk recht van beheer kunnen uitoefenen tijdens de algemene vergadering van de burgerlijke maatschap en binnen de voorziene statutaire beperkingen. Hij kan echter niet tussenkomen op het niveau van het beheer van de aandelen van de familiale vennootschap zelf.
Het gebruik maken van een controle-entiteit, zoals een burgerlijke maatschap, is een eenvoudig en vaak gebruikt instrument in het kader van het aanhouden van aandelen van een familiale vennootschap. Deze oplossing heeft onder meer als voordeel dat de tussenkomst van de ouder van een minderjarig kind op grond van zijn ouderlijk recht van beheer op het niveau van de familiale vennootschap kan worden beperkt.